Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij hebben uw riemen [uit] eiken van Basan gemaakt; [10]uw berderen hebben zij gemaakt [uw] [11]welbetreden [12]elpenbeen, uit de eilanden der [13]Chittieten. 10. Hebreeuws, uw berd, of bank, of men zou het kunnen overzetten bankwerk. 11. Hebreeuws, ene dochter der treden, of gangen; dat is, hetwelk lang in de aarde gelegen, en waar men, vervolgens, lang over gegaan heeft, dat voor het rechte elpenbeen gehouden wordt, Plin.lib.8, cap.3; zie van deze manier van spreken Job 5:7; Jes.5:1. Anders: uwe [scheeps]banken, [waarop men roeide, of waar de reizigers op zaten tot pracht] hebben die van de vereniging der Assyriers [of, Aschurieten, zie 2 Sam.2:9 met de aantekening] gemaakt van elpenbeen, enz., omdat de Hebreeuwse woorden Aschur en Asschur elkander zeer nakomen. 12. Zie 1 Kon.10:18. 13. Zie Gen.10:4. Sommigen verstaan de natien, die westwaarts van Palestina gelegen waren.